vrijdag 16 juli 2010

BOSCH YOUNG TALENT SHOW | St. Joost 's-Hertogenbosch

Niet Hans Ulrich Obirst opende Bosch Young Talent Show maar Jon Kessler, als een van de 'scouts' even over uit New York... BYTS is een slimme copy-cat versie van jong afgestudeerden kunstacademie studenten presenteren in een zaaltje. Nu internationaal met Jheronimus Bosch-saus vanuit de 15 zo genoemde Jheronimus Bosch Steden, die kunstwerken van deze befaamde stadsgenoot uit 's-Hertogenbosch onderdak verlenen in openbare kunstcollecties. Naast 's-Hertogenbosch zelf dus, Berlijn, Brugge, Brussel, Frankfurt, Gent, Lissabon, Londen, Madrid, New Haven, New York, Rotterdam, Venetië, Wenen en Washington.

Slimme cultuurmarketing onder de noemer gebracht van een 'grootse naam' in de aanloop naar Jheronimus Bosch 500 in 2016. Ik had mij eigenlijk al verlekkerd op een TV-show op Omroep Brabant in een vorm van 'You Got Talent-versie' in 15 afleveringen (tip1). Maar nu we een meesterverteller over kunst en cultuur op TV ontberen, na het overlijden Boudewijn Büch zat dat er natuurlijk niet in. Alhoewel Jon Kessler als vervanger van Hans Ulirich Obrist een niet onverdienstelijke gangmaker was; "Being a young artist, your career is like your on a bus and please be careful to look who's driving. If any own, it's better to drive your bus yourself".
BYTS is een tiendaags kunstevenement, tentoonstelling in de academie St. Joost, met gescoute, veelbelovende jongste lichting afgestudeerde kunstacademiestudenten die exposeren met uiteenlopend werk waarbij zo'n beetje alle disciplines wel langskomen. Naast deze expositiewordt voor de BYTS-deelnemers een 'Summerschool' georganiseerd met lezingen, discussie en bezoeken aan Nederlandse musea en nationale exposities (Volg de bus en kijk wie er rijdt!).

Burgemeester Rombouts wil dit ieder jaar gaan doen en zelfs exporteren naar de B5 gemeenten. Ad 's Gravesande als intendant zou wel willen en vermeldde dat het natuurlijk gaat over de actuele vertaalslag van de thematiek van de onvermoeibare inspirator wiens overlijden in 2016 500 jaar dood; Jheronimus Bosch (1450 - 1516) groots wordt gevierd en tevens een aanloopje is naar Brabant 2018. Alles in 's-Hertogenbosch gaat in de steigers dus ze moeten wel is mijn idee. Mij zou dit niet tegen dovemans oren gezegd zijn en ik hoorde al: "Stuur ons die cheque maar op, maken we er zelf iets moois van..." Rivaliteit en collegialiteit liggen in Brabant dicht bijeen onderweg naar Brabant 2018.
Bij het openingsdrankje sprak ik toevallig met Jeroen Bosch himself, waaruit bleek dat hij is ondergedoken bij trendbeheer in Rotterdam. Gelukkig valt het met dat talent van de uitgekozen kunstenaars wel mee. Ook de relatie met de thematiek van Jheronimus is veelal in het vage gelaten, maar ongetwijfeld gaan we enkele van deze kunstenaars nog terugzien. Mijn persoonlijke tip is Sebatiaan Noort, en oeps hier afgestudeerd aan AKV St. Joost Den Bosch. Een thuiswedstrijd dus!

Tot slot, video-kunst staat op het punt te overleiden, als het deze jonge talenten betreft... En gezien het groot aantal 'ready-made objecten' in deze tentoonstelling is het of a. de jonge kunstenaars zijn tijdens hun opleiding getrained in recycling, b. hun werkbudget was zo minimaal dat ze meteen langs het grofvuil gegaan zijn, c. Van Gansewinkel is hoofdsponsor; "Wij zien afval als het begin van iets moois!" (tip 3) of d. er stond een foute naam in de briefing, niet J. Bosch maar M. Duchamp als de belangrijkste inspirator.
Hou je van de presentatie van jong afgestudeerde kunstenaars, bezoek dan direct ook: De TENT Academy Awards van 17/7 tot 22/8 in Rotterdeam (tip 4) of volg de verrichtingen van Kunstpodum-T, in Tilburg, met het hele jaar door verse afgestudeerde kunstacademie studenten: http://www.kunstpodium-t.nl/

BYTS duurt nog t/m 25 juli in AKV St. Joost, 's-Hertogenbosch en
let op, check de openingstijden.

fotoverwijzing: foto's 1en 2 entree, foto 3 Luc Chopplet, foto's 4 en 5 Sebatiaan Noort

donderdag 4 februari 2010

ART ROTTERDAM 2010

Kunstbeurzen. Het is er weer tijd voor ook in Nederland. ART Rotterdam is gisteren, woensdag 3 februari van start gegaan en duurt nog tot zondagavond 7 februari 2010, 19.00 uur.

ART Rotterdam wordt geafficheerd als de beurs om opkomend talent te ontdekken en de nieuwste ontwikkelingen in de beeldende kunst te volgen. ART Rotterdam loopt gecombineerd met OBJECT Rotterdam waar 'autonoom design' centraal staat.


ART Rotterdam is natuurlijk niet New York, Basel Miami of Parijs toch geeft de beurs een duidelijk beeld van opkomende galeries en kunstenaars. Directeur Fons Hof: 'Als het om talent gaat dan hebben wij zeker de internationale wereldtop. Op dit moment zijn er ontzettend veel goede jonge kunstenaars met een eigen handschrift. Het is misschien niet allemaal zo vernieuwend, maar wat er gemaakt wordt is uitermate goed.'
Wederom in de vertrekhal van de Holland Amerika lijn presenteren zeventig internationale galeries, die zijn geselecteerd op basis van kwaliteit, actualiteit en eigenzinnigheid door hun meest uitdagende kunstenaars voor het voetlicht te brengen. Al met al is ART Rotterdam een niet te missen plek geworden voor de internationale kunstliefhebber.

De verkoop tijdens de vorige editie van de Rotterdamse kunstbeurs daalde met maarliefst 30 procent. De kredietcrisis zorgde ook in de Rotterdam voor sterk dalende verkoopresultaten. Veel de galeries verkopen aanmerkelijk minder sinds in 2008 de bankencrisis toesloeg. Drie jaar geleden leek het of het niet op kon en vlogen de kunstwerken bijwijzen van spreken de deur uit. Inmiddels is duidelijk dat de kunstverzamelaar minder kooplustig is geworden.

In het jaar 2009 was een duidelijke trendbreuk te zien. Met 12.500 bezoekers, een absoluut top jaar wat betreft bezoekers, maar de verkoopresultaten kelderden met 30%.
Duidelijk is wel dat de sfeer er in Rotterdam goed in zit en onder invloed van de beurs maakt ook de Rotterdamse kunstscène opgang maakt en die van Amsterdam inmiddels naar de kroon steekt. Wat 2010 voor ART Rotterdam in petto heeft, is natuurlijk nog niet duidelijk, maar overal heerst optimisme. Morgenmiddag ga ik zelf een kijkje nemen.

Laatste nieuwtje: Lotte Geeven is de winnaar van de Illy Prize voor haar bijdrage aan de kunstbeurs Art Rotterdam.
Lotte Geeven (1980, Eindhoven) studeerde aan de Rietveld Academie en was de laatste jaren artist in residence in Kythera, Tbilisi, Xiamen, New York en Amsterdam. Haar werk omvat intrigerende installaties, wonderlijk design en bijzondere tekeningen. Het is op Art Rotterdam te zien in de stand van Mart House Gallery.


ART Rotterdam: Cruise Terminal en Las Palmas, naast de Erasmusbrug aan de Wilhelminakade in Rotterdam. Opent de deuren op donderdag en vrijdag van 12.00 tot 18.00 uur, zaterdag en zondag van 11.00 tot 19.00 uur.

dinsdag 5 januari 2010

Sophie Calle in De Pont, Tilburg

Was 2009 een bijzonder goed publieksjaar voor de musea in Nederland, bijna alle musea konden rekenen op hogere bezoekersaantallen (crisis?).

Maar nu er een heel nieuw jaar voor ons ligt, waar verheugt u zich op in deze eerste dagen van 2010? Wat bevangt u met voorpret, naar welke op stapel staande expositieopening kijkt u al uit? Wat mijn betreft is dat de presentatie van Sophie Calle in het De Pont Museum in Tilburg.

Voor het eerst dat ik echt met het werk van Sophie Calle in contact kwam, was in het najaar van 2003 in Centre Pompidou in Parijs, dat voor het eerst een grote overzichtstentoonstelling van haar gracht. Natuurlijk had ik al wel eerder van Sophie Calle gehoord en werk van haar gezien, maar nog niet eerder was de onderdompeling in haar werk zo compleet, als toen.

Mogelijk had dit te maken dat ook ik in 2003 mijn partner verloor, maar Sophie Calle weet van 'levenspijn' subtiele verwerkingen te maken, waarin haar eigen ervaring en leven een centrale positie in nemen, maar in haar werk toch nooit schaamteloos of opdringerig wordt. In haar werk ontwikkelt zich een soort 'spel met de regels' ze speelt met verlangen en verwachting, vooroordeel, het persoonlijke en het algemene. Het verschuiven van vooral het perspectief op 'algemeen geldende ongeschreven regels' in onze samenleving rond liefde, relaties, leven en dood maakt haar werk zo indringend. Contact en het verbroken contact, is waar zij zich in haar werk op lijkt te concentreren. De spanning tussen onze specifieke gerichtheid naar die éne of dat specifieke glukzalige of alles omverwerpende moment, versus willekeur, het ongenuanceerde of mateloze. Georganiseerd drama, levenspijn en smart worden door haar op een fijnzinnige (mohelijk wel typisch Franse) manier aan de toeschouwer opgediend, waardoor het ondergelegen univesele of 'niet-specifieke' kenbaar en invoelbaar wordt.

Waar wij in Nederland smullen van smartlap, levenslied of society roddel over de ander en verzanden in banaliteiten of vulgair voyuerisme of het nu Boulevard of Zwartboek is, Sophie Calle weet deze thema's op te tillen naar een bijna van het induvidu onthechte, meer filosofisch intellectuele en universele werkelijkheid . Juist ondanks de alledaagsheid van haar onderwerpen of de intimiteit van haar aanpak vindt ze het algemeen verbindende. In haar werk documenteert zij en registreert zij juist de eigen ervaring en vertaalt deze. Door de opvolging van haar ervaringen vindt zij zo de grond eronder, de basis voor universele gevoelswaarden en duidt hier in ons menselijk tekort aan.


Mogelijk zelf verwijst de filmhit met Audrey Tatou in de hoofdrol, "Le Fabuleux destin d'Amelie Poulain", uit december van 2001 van Jean-Pierre Jeunet, in een gepopulariseerde versie van deze thematiek en atmosfeer, waar juist het werk van Sophie Calle in zijn puurheid zo diep van doordrongen is.

Scherper en dieper maakt Sophie Calle je deelgenoot van haar 'levenservaring' en noodlottige samenloop van gebeurtenissen en onversnede willekeur. Het is de kracht van de uitwerking die zij kiest, dat zij universele gevoelswaarden bij de toeschouwer weet te raken, dat soms leidt tot ontroering en soms tot hilariteit. Juist ook als zij haar ervaringen juist minder specifiek maakt en ze op een speciale manier ontdoet van het typisch persoonlijke door andere mensen en onbekende, annonieme spelers in te schakelen bij de uitvoering van haar werk.

Was haar vroege werk, uit de begin jaren tachtig minder gepolijst, werkte zij met sober ogende zwart-wit fotografie en vluchtig aandoende zwart-wit film en videoregistraties, haar beeldverslagen voorzien van annotaties en tesktuele toevoegingen in handschrift en typemachine schrift, de nieuwe mediamogelijkheden hebben de uitwerking van haar 'avonturen' nadrukkelijk gemulti-medialiseerd en naar full colour en full motion sound & image environments anno nu gebracht.

In 2007 maakte zij zo grote indruk op vriend en vijand met de installatie "Prenez Soin De Vous" op de 52ste Biënnale van Venetië, waar zij als de vertegenwoordigend kunstenaar in het landenpaviljoen van Frankrijk werd gepresenteerd.

Het in met name deze multi-media installatie die in het hart zal staan van de expositie in De Pont. Nadat Calle vorig jaar nog met een overzicht is getoond in Bozarts in Brussel, is dit haar eerst tentoonstelling in Nederland in bijna vijftien jaar en is deze presentatie een co-productie met de Whitechapel Art Gallery in Londen, waar haar werk tot zondag 3 januari werd getoond. Behalve de recente Engelstalige versie van "Take Care of Yourself" bevat de tentoonstelling nog elf andere sleutelwerken uit de periode van 1979 tot nu.

Kortom, daar verheug ik mij op! Vanaf 23 januari 2010 in het museum De Pont Tilburg en te zien tot 16 mei dit jaar.

Fotoverwijzing: foto nr 1: Sophie Calle inactie, video nr 1: Impressie van "Take Care of Yourself" 107 reacties op de afwijzingse-mail van Sophie haar geliefde, video nr 2: Ben Lewis BBC interview intro. foto nr 2: Les Dormeurs 1979, video nr 3: Interview bij paviljoen op Biënnale de Venezië 2007

vrijdag 16 oktober 2009

Wilhelm Sasnal, K21 Düsseldorf


Goed, naar een korte afwezigheid, pak ik vandaag de draad weer op met een tentoonstelling in K21, Kunstsammlung Nordrein-Westfalen in Düsseldorf. Vanaf begin september is hier een prachtige solo-tentoonstelling te zien van het werk van de Poolse kunstenaar Wilhelm Sasnal (1972) met circa 80 kunstwerken en een aparte toelichting op zijn werk met een soort van biografische tijdslijn, in een cabine in de tentoonstellingszaal. Alles is nog te bezoeken tot 10 januari 2010.

Wilhelm Sasnal maakt in stijl en kleur meestal sober opgezette werken van ogenschijnlijk triviale onderwerpen. Als lid van de kunstenaarsgroep “tadnie” rond 1999, wordt er geageerd tegen de toenmalige academie stijl in Krakau. Het werk van Sasnal kenmerkt zich door een vlotte enscenering van banale objecten of voorwerpen, gerne stijlen als portret, stilleven of landschap. Beeldcomposities veelal gebaseerd op gevonden of zelfgemaakte foto’s gereduceerd tot eenvoudige tonale kleurstellingen. Veel werken verwijzen na de periode die volgde na de tweede wereldoorlog en hebben betrekking op de periode van de communistische overheersing van Polen. Hierdoor blijken triviale objecten of ensceneringen toch een onvermoede lading in zich dragen. Sasnal’s werk komt op z’n sterkst tot uitdrukking in zijn teruggehouden eenvoudige en direct expressieve stijl waarin krachtige beelden ontstaan met icoonachtig uitdrukkingsvermogen. Een stijl die zich deel verbindt met het werk van Luke Tuynmans of Gerhard Richter, maar toch een eigen positie in neemt.

Fotobijschrift allen zonder titel, 2008, 2007 en 2005

donderdag 11 juni 2009

53st Biënnale van Venetië, deel 2

Making Worlds / Fare Mondi

Met veel plezier heb ik begin deze maand de Preview van de 53ste Biënnale van Venetië bezocht. Deze groots opgezette prestigieuze overzichtstentoonstelling, de 'vader' van alle Kunst Biënnales heeft zijn eigen specifieke charme. Niet alleen de landen paviljoens in het Gardinni Park. Het park dat ooit in opdracht van Napoleon is aangelegd, maar het geheel aan activiteiten en neven activiteiten, lijken de hele stad te beheersen. Met de Biënnale heeft Venetië met zijn specifieke historische grandeur, direct ook een ‘breedband verbinding’ met de hedendaagse kunst. Het aanbod is nog niet eerder zo groot geweest 77 landenvertegenwoordigingen, zeker 44 neven evenementen en zeker zo'n omvangrijk aanbod naast de officiële agenda met persentaties en lezingen.

Dit jaar is de omvang van de Biënnale ook groter dan ooit. Niet alleen zijn er door de hele stad nog allerlei presentaties van landen, die zelf geen vast paviljoen hebben. Ook het overgrote deel van het Arsenaal, de vroegere haven en marine basis, is dit jaar toegevoegd aan het evenement met een groots overzicht van hedendaagse kunst. Dat maakt dat er een zeer omvangrijke hoeveelheid kunst wordt gepresenteerd. Biënnale directeur Daniel Birnbaum heeft daarmee de ambities en het prestige van de Biënnale van Venetië dit jaar duidelijk neergezet. Zo is het evenement tevens de gelegenheid geworden als platvorm voor allerlei PR-activiteiten, promotie en lancering van nieuwe initiatieven in de kunstwereld.

Nederland is dit jaar op verschillende manieren sterk vertegenwoordigd op deze 53ste Biënnale; Making Worlds, met verschillende presentatie en brede professionele betrokkenheid. Als je van het St Marco Plein naar het Gardinni Park liep op de boulevard Riva Ca’di Dio, kwam je als eerste de containermodule van Stichting Pleinmuseum, DropStuff tegen. Een groot dynamisch multimedia scherm waar in een continue stroom allerlei berichten en beelden op verschijnen, interactieve mediakunst. Hoewel er aanvankelijk wat verbindingsproblemen waren met internet, draaide de hele installatie met mediakunst volop op de momenten dat ik er aan voorbij kwam.

DROPSTUFF.nl is een landelijk platform voor mediakunst en e-culture, dat zowel kunstwerken van professionele kunstenaars en ontwerpers als eigen bijdragen van iedereen die werk inzend via een account op de website www.dropstuff.org, live uitzendt. De uitvalsbasis is een mobiel ‘glazen huis’ met een gigantisch scherm dat steeds op reis is langs allerlei steden en locaties. Tot 7 juni waren ze dus hier op de Biënnale van Venetië. DROPSTUFF.nl presenteerde hier naast gevestigde Nederlandse kunstenaars ook werk van jong talent. Door middel van een ‘Open Call’ zijn Nederlandse kunstenaars en ontwerpers opgeroepen een werk in te zenden. In samenwerking met Museum Boijmans Van Beuningen, Stedelijk Museum De Lakenhal en het Centraal Museum is hieruit een selectie gemaakt. Naast interactieve kunstwerken werden in Venetië ook een aantal klassieke videowerken uit de collecties van deze musea getoond.
Klik hier voor hun videoverslag!

Dan houdt nabij het Arsenale, de Rietveld Academie zijn eigen presentatie, waarover later meer, presenteren verschillende directeuren verbonden aan Nederlandse instellingen hun ideeën en of plannen voor de nabije toekomst en of samenwerkingvormen. Maar laten we eerst eens kijken naar de Nederlandse landen bijdrage.

Het Nederlands Paviljoen, FIONA TAN

In het Gardinni Park liggen de circa 30 diverse ‘landen paviljoens’ vlakbij het hoofdgebouw, het Palazzo delle Expositioni, ligt het Nederlands Paviljoen. Dit jaar met Saskia Bos als curator, die Fiona Tan heeft geselecteerd om Nederland met haar videokunst te vertegenwoordigen.

Er worden drie videowerken vertoond. Naast Provenance uit 2008, wordt als hoofdwerk Disorient getoond, waarin de door een voice over, voorgelezen reisbeschrijving van Marco Polo, wordt gekoppeld aan actuele en directe beelden uit de besproken oosters gelegen Arabische en Aziatische landen waar hij op zijn reis doorheen trok. Op een tweede scherm wordt als het ware een interieur getoond van en ‘winkel’ of voorraadkamer met allerlei spullen, handelsproducten en objecten afkomstig uit deze landen. Loopt de 'reisverslagflim' vooruit, de tweede opname wijkt en spoelt als het ware doorlopend terug. Deze over twee schermen door de ruimte verdeelde video installatie vertoont zo niet alleen bronnen en of ankers, die we als autobiografisch kunnen verbinden met de persoonlijke achtergrond van Fiona Tan, maar verbindt ook Venetië opnieuw met zijn vroegere handelsrelaties en overbrugt daarmee een tijdspanne van zo’n 500 jaar. Disorient beleeft zijn première hier in Venetië en is hier zo te zien, helemaal op zijn plaats.

In haar derde werk, Rise and Fall, ook nieuw, worden twee schermen parallel aan elkaar getoond. Het openingsbeeld toont synchroon een beeld van stromend water, dat steeds nadrukkelijke tegen de ‘leesrichting’ in stroomt. Het beeld wordt doorsneden met de opname van een slapende vrouw. Een oudere vrouw. Eerst verschijnt ze op het linker scherm en dan ook op het rechter. Dan opnieuw het steeds onrustiger stromend water, dat in close-up over beide schermen stroomt.

Hoewel het duidelijk is dat water niet voor niets zo onrustig stroomt, komt het toch als een verrassing als het beeld toont, hoe het water over de rand stort van een enorme waterval. Als de close-up uitzoomt en we een blik worden gegund op de omvang en de schaal waarin het water in dit natuurgeweld omlaag valt en uiteenspat in een watergordijn dat zich hult in nevel. Dan is er weer het beeld van de slapende vrouw. Vervolgens is zij opgestaan en begint ze aan haar dag. Als blijkt dat ze aanstalten maakt het huis te verlaten wordt het beeld doorsneden met het tweede personage, een ander vrouw, een jongere vrouw.
Terwijl je nog even puzzelt over de relatie tussen deze twee personages ontrolt zich een kortefilm waarin het tegen elkaar in stromen en dan weer schijnbaar samenvallen van deze twee personage het onderwerp vormen van deze kunstvideo. Ook hier is er een subtiele gearrangeerde mix van beelden, deels observerend, deels informerend maar niet verhelderend. Of er een relatie tussen deze twee personages is en welke dan en of in welk tijdsinterval beide gefilmde personen hier beschouwd kunnen worden blijft een open vraag...

Wat is actuele ervaring of beleving? Wat is herinnering of zijn het in een verleden terugliggende gebeurtenissen? Seizoensaspecten in de beide loops sluiten niet aan; kale bomen en bomen vol in het blad, nazomer of voorjaar, rise of fall? In strak 21 minuten wordt een heel scala aan mogelijkheden doorlopen, tal van vragen opgeroepen, maar slechts weinig vragen beantwoord. Dit maakt direct duidelijk hoe sterk het filmisch medium is. Welke gedachten processen als bijna van zelfsprekend in het hoofd van de beschouwer kunnen worden geactiveerd en opgeroepen. Hoe beperkt houdbaar ons visueel geheugen is en hoe suggestief de werking is van beeld en geluid. Hoe wij zelf geneigd zijn, uit fragmenten een verhaal te destilleren en dit zo te construeren en aan te vullen, dat het beantwoordt aan de honger naar een zichzelf verklarend geheel. En het laat zien hoe sterk Fiona Tan al deze aspecten beheerst en weet toe te passen in haar werk.

'Rise and Fall’
maakt als mediakunstwerk de meeste indruk op mij. En gelukkig is in tegenstelling tot wat in andere paviljoens gebruikelijk is bij de presentatie van videomedia, het Nederlandspaviljoen niet verworden tot een ‘black box’, maar er heerst een schemersfeer van teruggenomen licht. Dit versterkt de kwaliteit van de presentatie enorm, omdat die schemersfeer goed aansluit op de aard van het werk van Fiona Tan, dat eveneens geen duidelijkheid of houvast wil verschaffen en goed past bij dit schemerduister.

Toch zie ik ook in het werk van Fiona Tan de worsteling met de filmische conventies. Wat is geënsceneerde videokunst en wat is film, documentair of drama? In de geënsceneerde fotografie is er ook een vergelijkbaar spel tussen het documentaire karakter en het geënsceneerde karakter van die foto’s. Soms weten we ons geconfronteerd met foto’s, die eigenlijk meer verslag doen van observaties van min of meer exotische bestemmingen. Fotografie die dan aan ons wordt gepresenteerd als 'kunstfotografie', maar die goed beschouwd niet verder reikt dan de persoonlijke observatie van de maker op die specifieke plek. Foto's die geen verwerking geven, die ik verwacht, van wat ‘kunst’ wordt genoemd.

In de videokunst vind ik, dat dit nog meer een probleem is, dan bij fotografie. Mogelijk ook omdat film als medium al zo’n brede toepassing kent. Het onderzoeken van filmische conventies in videokunst is voor mijn gevoel dan ook zo’n beetje uitgewerkt. Natuurlijk is het knap als iemand zeer persoonlijk en zeer bewust gebruik weet te maken van dit medium, maar tja als videokunst zoals nu ‘mainstream’ aan het worden is, in welke richting ligt dan nog de uitdaging? Dit zeg ik met beelden in mijn hoofd van het werk van Bill Viola of Joan Jones. Waar van deze laatst genoemde ook werk vertegenwoordig is in de presentatie in het Arsenale op deze Biënnale.

Een ander opvallend aspect wat mij deze Biënnale extra opvalt, is de steeds grotere afstand tussen low-tech en high-tech kunst. Als we eens vergelijken wat er hier en daar aan techniek uit de kast moet worden getrokken en dit bijvoorbeeld eens vergelijken met de presentatie in het Zwitserse paviljoen van het werk van Silvia Bächli, dan is direct duidelijk waar onze verbeelding wordt gewekt met ogenschijnlijk eenvoudig, maar bijzonder krachtig en aansprekend werk op papier.

Dit alles en nog veel meer is er allemaal te zien in Venetië, nog tot 22 november van dit jaar.
Wordt vervolgd...

dinsdag 2 juni 2009

53ste Biënnale van Venetië, deel 1


Op de 53ste Biënnale van Venetië wordt Nederland gerepresenteerd door Fiona Tan (1966). Fiona Tan geboren in Indonesië, groeide op in Australië. Volgde haar opleiding in Nederland en woont en werkt tegenwoordig in Amsterdam. Enkele jaren terug kruisten onze wegen elkaar op de meest Australische plek in Nederland, in het Aboriginal Art Museum in Utrecht. Fiona Tan noemt zich geen Nederlander, maar is wel een Nederlands kunstenaar. Niet zo verwonderlijk gezien haar multinationale achtergrond en misschien de hier te lande gevoerde discussie over onze nationale identiteit, is zij wel een toepasselijk en actueel representatief voorbeeld van hoe het nu eigenlijk zit met die ‘Nederlandse identiteit’. Haar werk, dat de afgelopen jaren overal in de wereld is getoond, heeft in ieder geval een sterke verbinding met de thematiek van migratie en culturele identiteit.

Een zoektocht die als vanzelfsprekend met haar persoon is verbonden en noemt zij zich zelf niet, zoals Sting ooit zong een ‘Legal Alien’, maar een ‘Professional Foreigner’. Fiona Tan werkt voornamelijk met film en fotografie en voegt dit samen in video installaties. Opvallend in haar werk is de aandachtige registratie van mensen in hun omgeving en loopt de thematiek van culturele ontheemding als een rode draad door haar oeuvre.

Vaak is de registratie van mensen in hun alledaagse omgeving, uitgangspunt voor haar werk. Zowel op de Biënnale in Sydney in 2006 met VOX POPULI als een recenter werk PROVENANCE, voor het Rijksmuseum in Amsterdam,vormt deze opzet uitgangspunt voor de transfer van de specifieke atmosfeer die Tan in haar werk weet vast te leggen. Gemaakt vanuit de optiek van observant, vanuit een buitenstaanderpositie, registreert zij minutieus alledaagse handelingen die verworden tot geladen beelden, ogenschijnlijk vol herinneringen, die vanzelfsprekende verbanden met het heden lijken bloot te leggen.

Voor haar solo presentatie in het Nederlandse Rietveld Paviljoen, zijn drie nieuwe video-installaties van haar hand te zien, dat maakt mij nu al nieuwsgierig!

Fotobijschrift: Fiona Tan Disorient, 2009© Fiona Tan, courtesy the artist and Frith Street Gallery, London

53rd Biennale di Venezia, van 7 juni t/m 22 november 2009 voor meer informatie zie: http://www.labiennale.org/en/art/

donderdag 28 mei 2009

Nieuw NHM Arnhem, een brug te ver.

Al eerder had ik al eens met een ingezonden bericht in de Volkskrant gemeld, dat het idee voor een nieuw Nationaal Historisch Museum een onzalige gedachte is. Dat nu de hele goegemeente over elkaar heen duikelt als kat en hond, maakt duidelijk dat er geen zegen op rust en bij dit initiatief er alleen maar verliezers zijn.

Jan Vaessen en Francine Houben hadden terecht een mooi plan ontwikkeld op basis van synergie. Zeker nooit op basis van onderling concurrentie tussen twee museale instellingen in een provinciale stad. Arme Pauline Krusseman, hoe heeft zij zich ooit kunnen laten strikken voor een bestuursfunctie met daarin een direct liaison met de politiek? Hoe heeft het kunnen gebeuren dat het bestuur zo’n Erik Schilp en Valentein Byvanck als directieduo heeft benoemt? Hoeveel ondeskundigheid ten aanzien van dit ambitieuze plan kan er geactiveerd worden? Drie of zelfs vier politieke partijen die met elkaar in hevige concurrentie strijd zijn, moeten elkaar samen vinden in één historisch bed: SP, CDA, VVD, PvdA? Lees de culturele paragraven in hun partijprogramma’s en je hoeft geen helderziende te zijn om te kunnen voorspellen dat dit zou eindigen in een richtingen strijd.

Het “Peter principle” en “De wet van Murphy” zijn hier beiden actief en het culturele veld loopt bij het algemeen publiek, over de volle breedte weer de klappen op en de imago schade. Alle vooroordelen lijken weer eens gemakkelijke te kunnen worden bevestigd. Het huidig bestuur van het NHM doet er verstandig aan terug te treden. Van Schilp en Byvanck kunnen ook beter snel iets anders gaan doen. Alle betrokken dienen zich eens goed achter de oren te krabben en zich af te vragen wie zij een dienst bewijzen?

De observaties van Letty Randshuizen in de Volkskrant kortgeleden waren geheel juist . Het is duidelijk dat tot nog toe er door bestuur en directie of de politiek, werkelijk met weinig liefde aan dit initiatief is gewerkt. Iedereen lijkt stomweg verblindt te zijn door zijn ambities, de pot met geld en partij ideologische motieven. Daar boven uit is persoonlijke ambitie, een is een slechte raadgever bij iets waar diplomatiek is vereist. Waarom alle uitgangspunten verlaten, waarop juist het plan van Jan Vaessen zich kwalificeerde?

Binnenkort komt Gijs van Tuyl beschikbaar, mogelijk kan hij na de redding van het Stedelijk Museum in Amsterdam, samen met Jan Vaessen een uiterste inspanning doen om alsnog voldoende goodwill bijeen te brengen voor dit plan, maar ik vrees dat het inmiddels rond uit hopeloos is.

Ikzelf stel voor dat de Tweede Kamer zelf snel besluit schoonschip te maken en de hele opdracht terugneemt en de beschikbare middelen, het hele budget in een fonds stopt ter bevordering van historische kennis en promotie van onze geschiedenis. Hieruit subsidies beschikbaar stelt aan initiatieven van bestaande instellingen in de hele breedte van het culturele veld om de inmiddels veroorzaakte imagoschade te herstellen en mogelijk de beoogde doelstellingen alsnog te realiseren zonder een nieuw museum uit de grond te willen stampen: Het bevorderen van historische kennis en historisch bewustzijn bij een breed en algemeen publiek.

Mogelijk kan dan het Zeeuwsmuseum en het Zuiderzee museum als mee van de eerste een subsidie hiertoe ontvangen. Ik heb gelezen dat het daar met de historische aspecten van deze musea slecht is gesteld. En hoe zat het ook al weer met die brug, die John Foster Brug in Arnhem. Was die film niet in Deventer opgenomen? De titel: “A Bridge too Far!”