dinsdag 30 december 2008
LEUVEN, ADRIAN PACI
maandag 8 december 2008
TILBURG, DE PONTMUSEUM
Maakt u zelf nog wel eens een familieportret? Of heeft u zich gezamenlijk recent zo nog laten fotograferen? Vergeleken met enkele generaties terug heeft dit gebruik mogelijk aan populariteit en betekenis ingeboet. Juist nu fotografie en de nieuwe beeldmedia al om aanwezig zijn vind ik op Flickr knap 1200 verwijzingen naar dit genre. Wie herinnert zich niet de etalages van de lokale fotograaf waar naast de trouwfoto reportages, de babyfoto’s ook het familieportret een vaste plaats in nam?

Ook maakte deze foto’s een vast onderdeel uit van de foto’s die nieuwsgierig bekeken werden in de foto-albums van groot moeder en groot vader op de lange winter avonden in menig huisgezin. Ik kan me nog herinneren hoe ik oma of mijn ouders overstelpte met vragen naar wie op die foto’s wie was en wat die dan zoals deed.
Kijken we terug in de kunstgeschiedenis dan zien we dat bijna alle belangrijke kunstschilders dit genre beoefenden. Vanaf de vroege Vlaamse schilders als Jan van Eyck van de Familie Arnolfini (1434) tot in onze huidige tijd is het een geliefd onderwerp geweest voor opdrachten van min of meer vooraanstaande families. Een ander schilderij van familieportretten, dat mij zo voor de geest staat, is dat van Diego Velàzques, Las Meninas, van het Spaanse hof en hoe dit meesterwerk later ander moderne kunstenaars als Pablo Picasso en Francis Bacon beïnvloedde en inspireerde om eigen variaties van dit schilderij te maken.
Al met al kent het familieportret als genre een lange geschiedenis die een oorsprong vindt in de uitbeelding van de ‘heilige familie’ die ook nu rond de Kerstdagen in menige huiskamer weer een plaatsje vindt: Maria, Jozef en hun kind Jezus Christus. Met de opkomst van adel en later burgerij werden portretten gemaakt van voor aanstaande families. Weer later komt en aandacht voor de gewone burgers en families en dan neemt op een zeker moment de fotografie deze taak van de kunstschilder gedeeltelijk over.
Thomas Struth (1954) tilt het familieportret van het spontaan gemaakte familiekiekje weer op naar het de eerdere schilderkunstige traditie en creëert zorgvuldig gecomponeerde monumentale portretten en maakt daarmee ook direct weer duidelijk welk een bijzondere kracht gelegen ligt in dit genre. Zijn manier van werk dwingt dit af, geen gebruik van kunstlicht, een technische camera, lange sluitertijden, korte scherpte diepte en de grootte formaten waarin het eindresultaat wordt gepresenteerd. Omstandigheden die zowel een verstilling bij de poserende familieleden veroorzaken waardoor de tijd in de foto’s tot stilstand lijkt te komen. Ook de beschouwer wordt door de zo in de foto’s gepresenteerde informatie, gedwongen zijn tempo te vertragen. En door de combinatie van een aantal foto’s, waarin de zelfde familie voor een tweede keer is geportretteerd waar soms een tijdsinterval in besloten ligt (Familie Schäfer) van bijna twintig jaar, maakt een speciale nieuwsgierigheid bij de kijker wakker, die voorbij ligt aan de directe situatie waarin het portret tot stand komt en wat als beeldmiddelen in de foto toe uitdrukking wordt gebracht door; compositie, rangschikking, houding, gebaren, gelaatsuitdrukking, binnen opname of buiten, veel of weinig losse objecten in de directe leefomgeving.
Onwillekeurig lijkt dit terug te voeren naar hoe de belangstelling van Thomas Struth voor dit genre gewekt is. Een vriend van Struth, Ingo Hartmann gebruikte als psychoanalyticus, familiefoto’s in zijn praktijk bij de behandeling van zijn cliënten familie verhoudingen te onderzoeken. Het zo opgebouwde indrukwekkende beeldarsenaal leidde begin jaren tachtig er toe dat Hartmann en Struth en een tentoonstelling uit samenstelde: “Familienleben”.
Struth werd hierdoor zodanig gemotiveerd, om met het onderwerp zelf aan de slag te gaan en raakte er van overtuigd in zijn fotografie, dat dit medium in staat is aspecten van de werkelijkheid bloot te leggen en over te dragen.
De tentoonstelling geeft in een overzicht van circa 40 werken die tussen midden jaren tachtig en nu tot stand zijn gekomen dit prachtig weer en vormt zo een uitdaging voor iedereen die in deze beelden sporen van intermenselijke verhoudingen wil onderzoeken. Ook voor de beschouwer die wil genieten van de verstilde kracht van deze monumentale foto’s valt er veel te genieten.
Nog tot en met 22 februari 2009, Familienleben, Thomas Struth.
Zie hier enkele beelden van het werk.




woensdag 3 december 2008
AMSTERDAM, 80.000 bezoekers
(Het zouden er zelfs meer dan 120 duizend worden!)
.jpg)
Dat is volgens een woordvoerster aanzienlijk hoger dan de 40 procent Nederlanders die het museum doorgaans verwelkomt.
De tentoonstelling For the Love of God is nog tot en met 15 december te zien. Op de bijbehorende website die het Rijksmuseum heeft gemaakt geeft 85 procent van de bezoekers aan de tentoonstelling mooi te vinden, 15 procent vindt die lelijk. Van de websitebezoekers vindt 57 procent het kunst en 43 procent spreekt van een hype.
En... Er zouden er nog zo'n 50.000 gaan kijken naar deze diamanten schedel!
http://www.fortheloveofgod.nl/
zaterdag 29 november 2008
AMSTERDAM, RIJKSAKADEMIE
Elke keer als ik de preview van de Rijksakademie bezoek, vind ik het weer een prachtige belevenis. Vooral opnieuw te ontdekken dat bijna alle werkruimtes volledig ontruimd zijn op de gepresenteerde kunst na, doet me goed. Hoe het gebouw dan als het ware weer onder een dikke gebruikslaag te voorschijn komt, doet me plezier.
Met de introductie van deze zo nog altijd genoemde ‘nieuwe media’ als videofilm en digitale beeldbewerking is er natuurlijk een discour gevoerd over de status van deze media binnen de ‘kunstdiscipline’. Gelukkig zijn er diverse kunstenaars te noemen die in de afgelopen zeg maar 25 jaar het medium hebben beproefd en het als een geaccepteerde discipline binnen het idioom van de beeldende kunst hebben toegevoegd.
Fotobijschriften v.b.n.o.:installatie Marcel Pinas, Go Eun Im, Tala Madani
donderdag 20 november 2008
EINDHOVEN, VAN ABBEMUSEUM
De tentoonstelling is mooi opgesteld in de zalen van het ‘oude’ gedeelte van het museum. Juist nu de Verenigde Staten van Amerika zo in de belangstelling staan met de presidentsverkiezingen is het natuurlijk prachtig dat in het Van Abbemuseum aandacht wordt geschonken aan de hedendaagse kunst uit het ‘Heart Land’ van Amerika en je mee genomen wordt op een ‘reis’ langs die machtige rivier de Mississippi.
De tentoonstelling wordt ingeleid met een videofilm die een impressie geeft van juist een reis langs deze rivier. In de volgende zaal worden een reeks kunstenaars gepresenteerd met fotografie. Deze zaal wordt afgesloten met op de achterwand een werk van Peter Friedl, op een rood fond getekende landkaart van Amerika waarop de gebieden van de Indianen staan aangetekend. Friedl is Oostenrijker, maar ja dat met dat 'Indiaantje spelen' zit er blijkbaar niet alleen bij de Duitsers in. Op de Manifesta in Rovereto ontdekte ik dat vooral Duitser zich in het weekend graag verkleedt als Cowboy of Indiaan… een erfenis van Karl May?
Maakten de foto’s in de eerste zaal al wat bevreemding bij mij los, in de tweede zaal wordt je verrast door een z.g. Shotgun House. Daar geplaatst door Marjetica Potc. Op diezelfde wijze weet deze tentoonstelling je diverse keren prettig te verrassen en biedt ze je een bijzonder perspectief op of door dit gebied geïnspireerde kunstenaars, of toont het werk van een aantal kunstenaars uit het Heart Land zelf. Bijvoorbeeld Greely Matt (Memphis), Michael Rakowitz (St Louis), Matthew Day Jackson en bijvoorbeeld Kerry James Marshall (die ook is getoond op de laatste Documenta in Kassel). Al met al vind ik Heart Land een prettige tentoonstelling met goede verrassende kunstwerken en een brede mix van uiteenlopende werkvormen en disciplines.

Mijn aandacht werd door deze mix op een prettige manier vast gehouden. De tentoonstelling is ook van een goede maat, niet overdadig of zeg maar een soort overvloed waar je in verdwijnt, maar heeft een goede balans. Enkele zalen met grote objecten als het Shotgun Hous of een ‘opblaasbaar flatgebouw’ weet je verbeelding aan te spreken en brengt je gelijktijdig in contact met wetenswaardigheden van de locale omstandigheden.
Zo zit er in deze tentoonstelling een lijn in verweven van de Zwarte burgerrechten beweging, die in het diepe zuiden van de Verenigde Staten op kwam voor de gelijkberechtiging van de Afro-Amerikanen. Met straks in januari Barack Obama in het Witte Huis wel een hele mooie actuele link!
Met het prettige gevoel weer even ‘geüpdate’ te zijn over de ontwikkelingen in het hartland van de Verenigde Staten, kon ik het niet laten om op de tussen verdieping in de nieuwbouw nog even een bezoek te brengen aan Lissitzky en tijdgenoten met een korte video van het in 1989 opnieuw uitgevoerde ballet met kostuumontwerpen naar zijn hand uit de jaren dertig:’De Overwinning op de Zon’. Een prachtige zaal als afsluiting van mijn bezoek. Het was weer een waar genoegen.
Wat wordt ons volgende uitstapje?
maandag 3 november 2008
BERLIJN, JEFF KOONS
Niet alleen openden er daar verschillende kunstbeurzen hun deuren, maar zo was er ook de opening van de nieuwe tijdelijke kunsthal met een drietal video installaties van Candice Breitz
en in de ‘Neuen Nationalgalerie’ de opening van een tweetal tentoonstellingen "Das universum Klee" (een grote overzichts-tentoonstelling over leven en werk van Paul Klee) en
"Jeff Koons Celebrations" met 11 grote recente beelden van deze Amerikaanse kunstenaar.

http://www.youtube.com/watch?v=KoiSvyDKYbU&feature=email